obesitas

Obesitas

Als het over afvallen of overgewicht gaat, dan komt u nogal eens de term obesitas tegen. Wat is obesitas en in welke vormen of gradaties komt het voor?

Om te kijken of u te zwaar bent wordt gebruik gemaakt van de eenheid BMI ofwel Body Mass Index. Wanneer u wilt weten hoe u de BMI uitrekent, dan klikt u op de link in voorgaande regel. De BMI geeft aan of iemand een gezond gewicht heeft of niet.

Bij een BMI beneden de 18 is duidelijk sprake van ondergewicht. U leest nog wel eens over fotomodellen met een te lage BMI die flauw vallen omdat ze niet genoeg gegeten hebben.

Met een BMI tussen de 18,5 en 25 is er sprake van een gezond gewicht. U bent niet te zwaar en niet te licht. Niets aan de hand dus.

Met een BMI die hoger is dan 25, maar lager dan 30 is er sprake van overgewicht. U bent waarschijnlijk aan de zware kant, maar er gaan nog geen alarmbellen rinkelen.

Wat is obesitas?

Dat verandert als uw BMI hoger is dan 30, maar lager dan 35. Dan bent u echt zwaarlijvig en zijn er gezondheidsrisico’s. In dit geval lijdt u aan obesitas en is het verstandig om daar wat aan te gaan doen.

Morbide obesitas is de term die gebruikt wordt als uw BMI hoger is dan 35, maar lager dan 50. U bent veel te zwaar en loopt enorme risico’s. Vaak heeft u last van uw gewrichten, is uw bloeddruk te hoog en loopt u risico’s op hart- en vaatziekten.

Super Obesitas komt in Europa uiterst zelden voor. Patiënten met super obesitas hebben een BMI van boven de 50, kunnen niet meer bewegen of normaal de straat en kunnen op korte termijn door hun gewicht bezwijken.

Bij al deze termen is het wel goed om de beperkingen van de BMI schaal te onderkennen. De BMI is een schaal die het goed en betrouwbaar doet bij gemiddelde mensen. Topsporters in de atletiek, turners en bodybuilders kunnen een BMI hebben van boven de 30 en tegelijkertijd een lichaam hebben dat in topconditie verkeert. Voor hen gelden andere normen. De uitvinder van de BMI eenheid, de Belgische statisticus Adolphe Quetelet heeft zijn systeem ook niet gebaseerd op mensen die topsport bedrijven, maar op mensen van een gemiddeld postuur met een gemiddelde bewegingsintensiteit.