De maagverkleining

Wat is een maagverkleining

De maagverkleining ofwel de Scopinaro ingreep of Bilio-pancreatische derivatie genoemd is een maagverkleining gecombineerd met het verleggen van de dunne darm (een soort bypass operatie, maar dan van de dunne darm). De maagingang wordt niet verkleind (dus je kan nog steeds grote hoeveelheden eten) maar er wordt gewicht verloren doordat het eten veel vlugger door de darmen getransporteerd wordt (doordat de af te leggen weg veel kleiner is) en daardoor veel minder voedingsstoffen opgenomen worden. Dit noemt men malabsorptie technieken. Normaal gezien wordt er 3 meter darm afgelegd en na de operatie nog maar 1 meter. De overblijvende 2 meter worden niet verwijderd, maar worden via de lever op het einde terug aangesloten.

Op deze manier kunnen ze altijd de operatie ongedaan maken moesten er zich problemen voordoen. De behandeling is vernoemd naar dr. Scopinaro die deze methode heeft ontwikkeld. De ingreep is tweeledig: Gastrectomie: Het onderste gedeelte van de maag wordt weggenomen. Bypass: De laatste 2,5 m darm wordt op de maag geplaatst ; Het eerste stuk dunne darm wordt met het laatste verbonden op 50 cm van de dikke darm. We krijgen aldus een reconstructie in Y vorm (zie tekening). Gevolgen van de ingreep In het begin ontstaat, door de kleinere maag, een duidelijke daling van de voedsel inname en gekoppeld aan een selectieve malabsorptie voor vetten is er een ernstige gewichtsreductie. Samen met een verminderde opname van vetten, bestaat het risico op een verminderde opname van de vetoplosbare vitaminen. Deze zijn Vit A,D,E,K. Daarnaast kan het eten van vettige maaltijden of suikers leiden tot diverse andere klachten, zoals vettige diarree, krampen en stinkende winden.

Complicaties

Er zijn verschillende complicaties enerzijds gebonden aan iedere ingreep anderzijds specifiek voor deze ingreep. Naadlekkage: Het verbinden van de maag met de darm en van de darm met de darm houdt het risico in van lekkage, buikvliesontsteking met sepsis vormt dat een zeer ernstige toestand met levensgevaar. Wondinfecties: De wond kan infecteren, ondanks alle voorzorgen en kan aldus leiden tot een verlengde ziekenhuisopname. Longembolie: Ontstaat door een bloedklonter die vanuit het klein bekken of de onderste ledematen naar de longen migreert en aldaar de bloedbaan afsluit. Indien het een kleine klonter betreft zal een behandeling met ontstollende medicatie volstaan. Grote klonters kunnen tot een dodelijke afloop leiden. Deze complicatie komt na iedere chirurgische ingreep voor en wordt voorkomen door ontstollings – spuitjes in de buikwand in te spuiten. Wondbreuk: Dit is een frequent voorkomende complicatie. Een breuk is een defect in de buikwand. Door het sluiten van de buik na de ingreep ontstaat een enorme tractie op deze wond. zowel het gewicht, het heffen van zware voorwerpen, hoesten kunnen aanleiding geven tot het ontstaan van een wondbreuk. Deze kan hersteld worden na enige maanden. Vertraagde maagontlediging: Door de zwelling van de aanhechting van de maag aan de dunne darm kan er een vertraagde maagontlediging plaatsvinden. Dit is tijdelijk en is meestal genormaliseerd binnen de zes weken.

Late complicaties Tekorten aan belangrijke vitamines en mineralen. Sommige patiënten ontwikkelen een maagzweer op de overgang tussen maag en dunne darm. Deze wordt behandeld met zuurdalende middelen. De meeste van deze patiënten zijn rokers. Obstructie: Een operatie in de buik kan aanleiding geven tot vergroeiingen. Vergroeiingen kunnen aanleiding geven tot het afsluiten van de darm. Dit noemt men obstructie. Soms dient men een operatie uit te voeren om de obstructie ongedaan te maken. Eiwit tekort. Alternatief Duodenal Switch De duodenal switch is oorspronkelijk ontwikkeld voor patiënten met bile reflex gastritis (dit is een door gal veroorzaakt maagontsteking of gastritis).

De Duodenal Switch is bedacht door Dr. Douglas Hess als verbetering op de Scopinaro ingreep. De gal komt in het spijsverteringsstelsel ter hoogte van de twaalfvingerige darm, zo’n 5 cm stroomafwaarts van de maaguitgang. De twaalfvingerige darm wordt bij deze operatie doorgesneden voor de monding van de galweg en het stuk naar de maag toe wordt verbonden met de dunne darm, die doorgesneden werd, zo’n 250 cm voor de overgang met de dikke darm (het onderste stuk wordt hiervoor gebruikt). Dit 250 cm lange darmeind noemt men de ‘alimentaire lis’ omdat het voedsel (de alimenten) hier door komen.

Het voedsel komt dan dus niet in contact met gal en pancreassappen. Het stuk van de twaalfvingerig darm naar de galweg toe eindigt blind. De gal en pancreassappen worden door de dunne darm in het verlengde van de twaalfvingerige darm naar onder gevoerd tot aan het bovenste sneevlak van de doorgesneden dunne darm. Dit hele stuk is de biliopancreatische lis. Op deze hoogte wordt dan opnieuw een verbinding gemaakt met de dunne darm, 75 cm voor de monding in de dikke darm. Deze laatste 75 cm zijn dus de enige plaats waar voedsel en gal met elkaar gemengd worden: men spreekt van de ‘common limb’ of gemeenschappelijke lis. Vertering van vetten gebeurt dus enkel in die laatste 75 cm want vetten kunnen enkel verteerd worden in contact met gal en pancreassappen. Hierdoor wordt nog slechts 10 % van de voedingstoffen opgenomen.